BAKKER STELT PROCESMONOPOLIE TER DISCUSSIE

Het recht van procesvertegenwoordiging zou niet langer uitsluitend bij advocaten mogen liggen, meent voorzitter Frits Bakker van de Rechtspraak. Hij zei dat donderdag 28 september 2017 in Utrecht bij de afsluiting van de Dag van de Rechtspraak.

Bakker gaf bij die gelegenheid zijn visie op de toekomst van de Nederlandse rechter. Als er niet snel vernieuwingen worden doorgevoerd, is die toekomst bepaald niet rooskleurig, luidt zijn boodschap. Hij maakt zich met name zorgen over ‘de rechter van vlees en bloed’ die de samenleving bindt, normen handhaaft en bescherming biedt. ‘Het beeld dat de burger heeft is echter: naar de rechter gaan is duur, complex, het duurt veel te lang en de uitkomst is ongewis. Dan ga je krijgen dat zaken buiten ons om worden georganiseerd.’

Bakker noemt als ‘schrijnend voorbeeld’ de speciale aardbevingskamer die de rechtbank Groningen in het leven heeft geroepen. In plaats van daarheen te gaan, geven mensen de voorkeur aan andere vormen van conflictoplossing. ‘Marginalisering dreigt. We zijn als de boer die ieder jaar zijn akker ploegt, maar niet in de gaten heeft dat er elke keer een strook afgaat.’

HEILIG HUISJE

Volgens de voorzitter van de Rechtspraak moeten mensen zich goedkoper, eenvoudiger en sneller tot een rechter kunnen wenden. ‘Wat mij betreft mogen alle heilige huisjes omver. Bij ons rechters, maar ook bij anderen.
Als de drempel wordt veroorzaakt door de verplichte procesvertegenwoordiging, moeten
we durven deze aan de orde te stellen, ook al begrijp ik heel goed dat het procesmonopolie gevoelig ligt voor de balie.’

Bakker wijst daarbij naar echtscheidingszaken. Mensen vinden het volgens hem bezwaarlijk dat zij in de rechtszaal niet zelf het woord mogen voeren. ‘We móeten aan de slag kunnen met andere, laagdrempeliger procedures waarin mensen niet eerst de loopgraven in worden gedwongen.’

Ook zijn er in zijn ogen klantvriendelijke IT-systemen nodig en dienen technische procedures, zoals bewindszaken, geautomatiseerd te worden afgehandeld. Op die manier blijft er meer tijd over voor kwesties die om aandacht vragen. ‘De burger heeft er behoefte aan om gehoord en gezien te worden’, aldus Bakker.

Daarnaast moet de weggeving worden aangepast, stelt de voorzitter van Rechtspraak. ‘Als we moeten blijven werken met het procesrecht uit de vorige eeuw, worden we vanzelf bijgezet in het museum.’

Eric v.d. Luijtgaarden

Loading